Nueva Edición
Socios Curso de español orientado al mundo del trabajo
1
GLOSARIO POR UNIDADES
© Uitgeverij Talenland, 2016
Woordenlijst bij Socios De methode Socios is ontwikkeld om zakelijk Spaans te leren door de taal voortdurend te gebruiken. Een taal leer je immers het beste vanuit de taal zelf. Een aantal woorden ken je al, andere woorden zijn vergelijkbaar in het Nederlands. Nieuwe woorden in Socios bieden we aan naast een plaatje of in een context, daardoor heb je meestal ook bij onbekende woorden geen vertaling nodig. Bij het leren van een nieuwe taal is het daarnaast belangrijk om creatief verbanden te leggen met woorden die je al geleerd hebt (uit Alemania leid je alemán af), of met Nederlandse woorden (het gesprek = de conversatie = la conversación) of woorden uit andere talen (the account = la cuenta, l’équipe = el equipo). Een woordenlijst is daarnaast nooit compleet: je zult veel praten over je eigen omgeving, bijvoorbeeld over waar je werkt, over je collega’s of je vrienden, over je opleiding etc. Je ontwikkelt da-
Spaans
Nederlands
Engels
aprender
leren
to learn
preguntar
vragen
to ask
aparecer
verschijnen
to show up
escribir
schrijven
to write
mirar
kijken
to look at
comprobar
controleren
to check
adivinir
raden
to guess
eschuchar
luisteren
to listen
elegir
kiezen
to choose
añadir
toevoegen
to add
descubrir
ontdekken
to discover
la frase
zin
sentence
la palabra
woord
word
sobre
over
about
encontrar
vinden
to find
apuntar
opschrijven
write down
el sustantivo
zelfstandig naamwoord
noun
el posesivo
bezittelijk voornaamwoord
possessive pronoun
beklemtoonde lettergreep
emphasized syllable
la sílaba átona
onbeklemtoonde lettergreep
atonic syllable
el pronombre relativo
betrekkelijk voornaamwoord
relative pronoun
subrayar
onderstrepen
to highlight
el signo de interrogación
vraagteken
question mark
el ordinal
rangtelwoord
ordinal number
el artículo definido
bepaald lidwoord
definite article
el artículo indefinido
onbepaald lidwoord
indefinite article
el adjetivo
bijvoeglijk naamwoord
adjective
el objeto indirecto
meewerkend voorwerp
indirect object
el objeto directo
lijdend voorwerp
direct object
la sílaba tónica
2
ardoor gaandeweg je eigen woordenschat. Omdat we niet alle mogelijke woorden kunnen aanbieden hebben we in de woordenlijst na elke unidad ruimte opengelaten zodat je je eigen woorden toe kunt voegen. Toch kan een woordenlijst handig zijn: je kunt snel een woord opzoeken, of misschien wil je wel ouderwets woorden ‘stampen’. In dat geval is het belangrijk om te weten dat wij (om de redenen die we hierboven beschrijven) een beperkte woordenlijst bieden – niet alles hoef je te vertalen om een taal te leren! Gebruik deze woordenlijst dus als basis om je eigen woordenlijst samen te stellen, maar ga vooral uit van slimme leerstrategieën. Om het nog gemakkelijker te maken, hebben wij de woordenlijsten ook op onze website gezet: je kunt ze zo zelf bewerken of eventueel uploaden in een digitaal oefenprogramma. ¡Te deseamos mucho éxito!
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades
1. En clase de español Spaans
Nederlands
Engels
el lugar
plek
place
ser
zijn
to be
llamarse
heten
to be called
este
dit, deze
this, these
útil
nuttig
usefull
el sonido
geluid
sound
ambiente
omgevings-
environmental
cada
elk
each
vale
akkoord
agreed
la empresa
bedrijf
company
la bandera
vlag
flag
Alemania
Duitsland
Germany
el Reino Unido
Verenigd Koninkrijk
United Kingdom
Suecia
Zweden
Sweden
Suiza
Zwitserland
Switzerland
los Estados Unidos
Verenigde Staten
United States
el marcador
scorebord
scoreboard
luego
daarna
afterwards
en parejas
in tweetallen
in pairs
la azafata
stewardess
stewardess
recoger
ophalen
to collect
la tarjeta
kaart
card
la tarjeta de visita
visitekaartje
business card
el apellido
achternaam
surname
la ficha
kaart
card
la cosa
ding, voorwerp
thing, item
al lado de
naast
next to
la cartera
boekentas; portefeuille
briefcase; wallet
el cuaderno
werkboek
excercise book
el lápiz
potlook
pencil
el libro
boek
book
la mesa
tafel
table
la papelera
prullenbak
litter bin
el perchero
kapstok
coat rack
la pizarra
schoolbord
blackboard
el reloj
klok
clock
la silla
stoel
chair
la ventana
raam
window
la tarea
opdracht
assignment
el portavoz
woordvoerder
spokesman
Tus palabras
3
2. Datos personales dar
geven
to give
pedir
vragen
to ask
conocer
kennen
to know
servir
dienen
to serve
pagar
betalen
to pay
conducir
besturen
to drive
viajar
reizen
to travel
el carné de identidad
legitimatiebewijs
identity card
la oficina de empleo
arbeidsbureau
job centre
encargado de
belast met
charged with
cuanto
hoeveel
how many
¿cuántos?
hoeveel?
how much/many?
donde
waar
where
¿dónde?
waar?
where?
vivir
wonen
to live
cual
welke
which
¿cuál?
welk?
which?
llevar
meenemen
to take
la tienda de ropa
kledingwinkel
clothing store
el anuncio
advertentie
advertisement
el abogado
advocaat
lawyer
el camarero
ober
waiter
el cocinero
kok
chef
el derecho
rechten
law
el vendedor
verkoper
salesman
la calle
straat
street
el paseo
laan, boulevard
lane, boulevard
derecha
rechts
right
izquierda
links
left
enviar
verzenden
to send
hablar por teléfono
bellen
speak on the phone
tomar
nemen
to take
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades la nota
aantekening; notitie
note
el seguro
verzekering
insurance
ayudar
helpen
to help
la cadena
ketting
chain
mandar
sturen
to send
la alimentación
voeding
food
el piso
verdieping
floor
el despacho
kantoor
office
la forma de tratamiento
omgangsvorm
form of address
el ejemplo
voorbeeld
example
siguiente
volgende
next
la cifra
nummer
numbre
la respuesta
antwoord
answer
fijar
hier: kijken
to pay attention
el impreso
formulier
form
debajo de
onder
under(neath)
firmar
ondertekenen
sign
todo
heel
whole
rellenar
invullen
to fill in
estar
zich bevinden; zijn
to be
el expediente
dossier
record, file
saber
weten
to know
intercambiar
uitwisselen
exchange
que
welk
which
¿qué?
welk?
which?
cada
elke
each
quizá
misschien
perhaps, maybe
hablar
praten
to talk
la aparición
vermelding
appearance
otra vez
nog een keer
once again
ni
noch
neither
relacionar
verbinden
to relate
vender
verkopen
to sell
la sucursal
filiaal
branch
señalar
aangeven
to indicate
tendencia
trend
trend
de abajo
onder
below
repartir
distribueren
to distribute
el líder
leider
leader
desde
sinds
since
invertir
investeren
to invest
avanzado
geavanceerd
advanced
diseñar
ontwerpen
to design
pensar
menen; denken
to believe; to think
la salud
gezondheid
the health
cuidar
zorgen voor
to take care of
hacer
doen
to do
buscar
zoeken
to look for
Tus palabras
3. El mundo de la empresa crear
4
oprichten; creëren
to start; to create
creer
geloven; menen, denken
to believe; to think
el vino
wijn
wine
elaborar
uitwerken
to work out
colgar
ophangen
to post
la campaña publicitaria
reclamecampagne
advertising campaign
los demás
de anderen
the others
la ubicación
locatie, ligging
location
poder
kunnen
to be able to
la duda
twijfel
doubt
grabar
opnemen
to record
acuerdo
eens
agree
desacuerdo
oneens
disagree
Tus palabras
la propuesta
voorstel
proposal
solicitar
vragen, verzoeken om
apply for, to request
la escuela
school
school
la escuela de negocios
business school
business school
la idioma
taal
language
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades
el conocido
5
bekende, kennis
el presidente
voorzitter
chairman
cada uno
elk
each (one)
la gestión
leiding, beheer, management
management
la red
netwerk
network
encargarse de
verantwoordelijk zijn voor
to be responsible for
descubrir
uitzoeken
to find out
tratarse
gaan om, betreffen
to be about
el periodista
journalist
journalist
la caja
vak
box
la Cámara de Comercio
Kamer van Koophandel
Chamber of Commerce
la cena
avondeten
dinner
acquaintance
extranjero
buitenlands
foreign
cocktail party
cocktail party
el ámbito laboral
werkomgeving
working environment
el cóctel
alquien
iemand
someone
también
ook
too
despedirse
afscheid nemen
to say goodbye
encantado
aangenaam
nice to meet you
el cargo
functie
position
te toca a ti
jouw beurt
your turn
human resources
human resources
las prácticas
stage
work placement
los recursos humanos
el novio
vriend
boyfriend
ficticio
denkbeelding, fictief
imaginary, fictitious
el jefe
baas
boss
la comida
(middag) eten
meal, food
Estocolmo
Stockholm
Stockholm
el marido
echtgenoot
husband
utilizar
gebruiken
to use
mantener
houden
to have
agradable
aardig, aangenaam
pleasant, agreeable
averiguar
achterhalen, uitzoeken
to verify
amable
vriendelijk
kind, friendly
querer
willen
to want
antipático
onsympathiek
unsympathetic, unpleasant
el Ministerio de Hacienda
Ministerie van Financiën
Ministery of Finance
guapo
knap, mooi
handsome, beautiful
joven
jong
young
Tus palabras
tímido
verlegen
shy, timid
vago
lui
lazy
el compañero de piso
flatgenoot, huisgenoot
roommate, flatmate
la planta
verdieping
floor
el departamento de ventas
verkoopafdeling
sales department
la formación
opleiding
training, education
la direción general
algemene directie
general management
Investigación y Desarrollo
Onderzoek en Ontwikkeling / R&D
Research and Development
¿Dígame?
hallo? (aan de telefoon)
hello? (on the phone)
llegar
aankomen, arriveren
to arrive
el lunes
maandag
Monday
el martes
dinsdag
Tuesday
el miércoles
woensdag
Wednesday
el jueves
donderdag
Thursday
el viernes
vrijdag
Friday
el sábado
zaterdag
Saturday
el domingo
zondag
Sunday
la reunión
vergadering
meeting
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades
5. De gestiones
6
los servicios
toiletten
toilets
la contabilidad
boekhouding
accountancy
la preposición
voorzetsel
preposition
la máquina de café
koffiemachine
coffee machine
la locución
uitdrukking
expression
la sala de reuniones
vergaderkamer
meeting room
hay
er is, er zijn
there is, there are
subir
naar boven gaan
to go up
ir
gaan
to go
bajar
naar beneden gaan
to go down
cerrar
sluiten
to close
las escaleras
trap
stairs
el cambio vocálico
klinkerverandering
vocalic change
el pasillo
gang
hall
tener que
moeten
to have to
el electrodoméstico
huishoudelijk apparaat
household appliance
fíjate
kijk
to check
la zapateriá
schoenwinkel
shoe shop
el sello
postzegel
stamp
la entidad bancaria
bank
bank
abrir
openen
to open
alguno
een, enkele
a
la cuenta
bankrekening
bank account
certificado
aangetekend
registered
el estanco
tabakswinkel
tobacco shop
el fin de semana
weekend
weekend
el quiosco
kiosk
kiosk
aquí
hier
here
el correo electrónico
e-mail
e-mail
mismo
dezelfde, hetzelfde
the same
el plano
plattegrond
map
el barrio
wijk
district, area
junto a
naast
next to
por ejemplo
bijvoorbeeld
for example
lejos de
ver van
far from
la parada de taxis
taxistandplaats
taxi rank
enfrente de
tegenover
opposite of; across
el apartado
paragraaf
paragraph
entre
tussen
between
aparcar
parkeren
to park
después
achter, na
after
el coche
auto
car
la fuente
fontein
fountain
limpiar
reinigen
to clean
la noche
avond; nacht
evening; night
el traje
pak, kostuum
suit
la esquina
hoek
corner
coger
nemen
to take
adjuntar
bijvoegen, meezenden
to enclose
el periódico
krant
news paper
el diseño
ontwerp
design
el dinero
geld
money
la mesa
tafel
table
por lo menos
minstens
at least
las tijeras
schaar
scissors
la regla
liniaal
ruler
Tus palabras
el rotulador
viltstift
felt-tip pen
la goma
gum
eraser
el ordenador
computer
computer
el ordenador portátil
laptop
laptop
la hoja
blad
sheet
el celo
plakband
sticky tape
el bote
pot, bus
pot, can
el sobre
envelop
envelope
el grapadora
nietmachine
stapler
el cúter
stanleymes
stanley knife
el cajón
la, lade
drawer
encima de
(boven) op
on top of
delante de
voor
in front of
detrás de
achter
behind
jugar al escondite
verstoppertje spelen
hide-and-seek
dibujar
tekenen
to draw
ponerse de pie
opstaan
to stand up
conseguir
(ver)krijgen
to obtain
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades
6. Lugares para trabajar, lugares para vivir
7
expresar (des)agrado
(on)genoegen tonen
show appreciation/ disliking
el folleto
brochure, folder
brochure, leaflet
la bienvenida
welkom heten
greet, welcome
la estancia
verblijf
stay
acogedor
gastvrij
hospitable
en pleno centro
midden in het centrum; hartje
in the very centre
la calidad
kwaliteit
quality
el secador de pelo
haardroger
blow-dryer
el kit de baño
toiletartikelen, zeepset
toiletry
la estrella
ster
star
la piscina
zwembad
swimming pool
oír
horen
to hear
las afueras
buitenwijken
outskirts
casado
getrouwd
married
trasladar
verplaatsen
to move
el aseo
toilet
toilet
caro
duur
expensive
alquilar
huren
to rent
faltar
ontbreken
be lacking (in)
según
volgens
according to
el hogar
woning
house
la población
populatie; bevolking
population; inhabitants
sin embargo
echter
however
la calefacción
verwarming
heating
el ascensor
lift
lift
la alfombra
tapijt, vloerkleed
carpet, rug
la cortina
gordijn
curtain
demasiado
te (veel)
too (much)
bastante
genoeg, redelijk
fairly
ganar
winnen
to win
vacío
leeg
empty
la luna de miel
huwelijksreis
honeymoon
el parque infantil
speeltuin
playground
la revista
tijdschrift
magazine
arriesgado
riskant
risky
a corto plazo
op korte termijn
in short term
la inversión
investering
investment
la amortización
afschrijving
depreciation
amortizar
aflossen
to pay off
la heladería
ijssalon
ice-cream parlour
el portal inmobiliario
website met aanbod van onroerend goed
real estate website
la tintorería
stomerij
dry cleaner’s
la granja
boerderij
farm
la avestruz
struisvogel
ostrich
el asesor
consultant
consultant
disponible
beschikbaar
available
Tus palabras
7. Agenda de trabajo previsto
voorzien
foreseen
rechazar
afwijzen
to refuse
consejar
adviseren
to advise
el equipo
team
team
el mes
maand
month
agrupar
groeperen
to group
el deporte
sport
sport
desayunar
ontbijten
to have breakfast
acostarse
naar bed gaan
to go to bed
levantarse
opstaan
to get up
sonar
rinkelen
to ring
el recado
boodschap
message
el nombre de pila
voornaam
first name
el empresario
ondernemer
entrepeneur
quedarse en casa
thuis blijven
to stay at home
dormir
slapen
to sleep
el asunto
zaak, kwestie
topic, subject
lo siento
sorry
sorry
¿Qué tal?
hoe gaat het?
how are you?
quedar
afspreken
to meet up
contigo
met jou
with you
reunirse
bij elkaar komen
to get together
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades espalda
rug
back
el acto social
sociale gebeurtenis
social event
la entrevista
interview
interview
la nave
schip
ship
el amante
liefhebber
lover
la tripulación
bemanning
crew
complacerse
het genoegen hebben
have the pleasure to
la entrega
uitreiking
presentation
rogar
verzoeken
to request
la asistencia
aanwezigheid
presence, attendance
agradecer
bedanken voor
to appreciate
la sonrisa
glimlach
smile
el sueldo
salaris
salary
la torre
toren
tower
dotado de
voorzien van
provided with, equipped with
los avances tecnológicos
technologische vernieuwingen
technological innovations
albergar
huisvesten; in zich hebben
to accommodate; to include
el pabellón
paviljoen; tentoonstellingshal
pavilion
la feria
beurs
fair
rodeado de
omgeven door
surrounded by
disponer de
beschikken over
to have
el regalo
cadeau
gift, present
la colonia
eau de cologne
eau de cologne
la corbata
stropdas
tie
Tus palabras
8. Citas y reuniones
8
la fecha
datum
date
el cuadro
schilderij
painting
ir de compras
boodschappen gaan doen
to go shopping
la entrada
kaartje
ticket
ir a
gaan
to go
los pendientes
oorbellen
earrings
bailar
dansen
to dance
la pluma
pen
pen
el cumpleaños
verjaardag
birthday
próximo
volgend
next
la pintura
schilderij
painting
la edad
leeftijd
age
tampoco
ook niet
neither
el huevo
ei
egg
muy
heel
very
la leche
melk
milk
la música de fondo
achtergrondmuziek
background music
las espinacas
spinazie
spinach
abierto
open
open
el bistec
biefstuk
steak
hasta
tot
till
el jamón
ham
ham
lujo
luxe
luxury
la nata
(slag)room
(whipped)cream
barato
goedkoop
cheap
la pera
peer
pear
la guía
gids
guide
la macedonia
fruitsalade
fruit salad
el arroz
rijst
rice
el helado
ijs
ice cream
la carne
vlees
meat
el pan
brood
bread
el pescado
vis
fish
la adjudicación
toewijzing
assignment
a la parrilla
op de grill
on the grill
los mariscos
schelp- en schaaldieren
sea food
el postre
dessert, nagerecht
dessert
asequible
betaalbaar
affordable
el País Vasco
Baskenland
Basque country
el barco
boot
boat
amplio
uitgebreid
extensive
el verano
zomer
summer
el horno
oven
oven
el asador
grillroom
grill room
casero
zelfgemaakt
homemade
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades
Tus palabras
salir
hier: lanceren, uitkomen. Ook: uitgaan
hier: to launch. Also: go out, leave
el envase
verpakking
packaging
lanzar
op de markt brengen
to launch
la bebida
drank(je)
drink, beverage
el azúcar
suiker
sugar
el gerente
manager
manager
porque
omdat
because
¿por qué?
waarom?
why?
sustituir
vervangen
to replace
traducir
vertalen
to translate
el lanzamiento
lancering
launch
la ventaja
voordeel
advantage
la votación
stemmen
voting
Tus palabras
9. Productos y proyectos
9
desarrollar
ontwikkelen
to develop
inconfundible
onderscheidend
distinctive
ahorrar
besparen
to save
pertenecer
horen bij
belong to
el mercado
markt
market
la impresora
printer
printer
la bombilla
gloeilamp
bulb
el vaso
glas
glass
el cristal
glas, kristal
glass, crystal
la luz
licht
light
el ratón
muis
mouse
la tela
stof
fabric
la seda
zijde
silk
la prenda de vestir
kledingstuk
garment
la piel
leer; huid
leather; skin
la madera
hout
wood
sentarse
gaan zitten
to sit down
el cuarto de baño
badkamer
bathroom
el bolso
(hand)tas
(hand)bag
el bolsillo
zak (in kleding)
pocket
peinarse
de haren kammen
to comb ones hair
calvo
kaal
gastar
10. Claves del éxito el clave
sleutel
key
el éxito
succes
success
la medida
maatregel
measure
deber
moeten
to have to
el hecho
feit
fact
valorar
waarderen
to assess
asumir la responsabilidad
verantwoordelijkheid op zich nemen
to take responsibility
bald
verbruiken
to consume
disfrutar
genieten
to enjoy
de ancho
breed
wide, broad
el puesto
baan, functie
job
el hermano
broer
brother
el agobio
stress, zware last
stress, burden
prisa
haast
rush
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades incrementar
verhogen
to increase
el vuelo
vlucht
flight
disminuir
verminderen
to decrease
peor
slechter
worse
parar
stoppen
to stop
deberse a
te wijten zijn aan
to be due to
cerrar
sluiten
to close
atravesar
doormaken
to go through
significar
betekenen
to mean
el retraso
vertraging
delay
enero
januari
January
la tormenta
storm
storm
febrero
februari
February
la guerra
oorlog
war
marzo
maart
March
exponer
tentoonstellen
to display
abril
april
April
mayo
mei
May
Tus palabras
junio
juni
June
julio
juli
July
agosto
augustus
August
septiembre
september
September
octubre
oktober
October
noviembre
november
November
diciembre
december
December
alcanzar
bereiken
to achieve
los gastos
uitgaven
expenses
contar con
beschikken over
to count on; to have
aportar
inbrengen
to contribute
disponer
beschikken over
to have
ofrecer
(aan)bieden
to offer
el dueño
eigenaar
owner
resumir
samenvatten
to summarize
destacar
benadrukken
to emphasize
meter (en)
zetten (in)
to enter (into); to put (in)
todavía
nog
yet
ya
reeds; al
already
el informe
rapport
report
11. Viajes de negocios
acabar
beëindigen
to finish
la semana
week
week
el hijo
kind
child
alojamiento
verblijf
accommodation
el crucero
cruise
cruise
ida y vuelta
retour
round trip
mal
slecht
bad
la tasa de aeropuerto
luchthavenbelasting
airport taks
uitrusten
to rest
el premio
price
prize, award
descansar
la prensa
pers
press
encantar
erg leuk vinden
to like a lot
estar de baja
met ziekteverlof zijn
to be on sick leave
el esquí
skiën
skiing
vandaag
today
mucho
veel
a lot
hoy
vario
verschillend
several
todo el mundo
iedereen
everybody
nunca
nooit
never
estar fuera
weg zijn
to be out
la pérdida
verlies
loss
acordarse de
zich herinneren
to remember
omhelzing
hug
el estancamiento
stagnatie
stagnation
el abrazo
caer
vallen
to drop
cansado
moe
tired
pero
maar
but, however
por cierto
trouwens, overigens
by the way
en cambio
daarentegen
instead
alegrarse
blij zijn
to be glad
geweldig
great
el fracaso
mislukking; fiasco
failure
estupendo
descuidar
verwaarlozen
to neglect
nadie
niemand
nobody
interpretar
uitleggen
to explain
el mayorista
groothandelaar
wholesaler
10
© Uitgeverij Talenland, 2016
Socios Glosario por unidades el propietario
eigenaar
owner
aprobar
goedkeuren
to approve
el invierno
winter
winter
nevar
sneeuwen
to snow
limpio
schoon
clean
el contratiempo
tegenslag
setback
el equipaje
bagage
luggage
en heulga
aan het staken
on strike
enfermo
ziek
ill
de repente
plotseling
suddenly
estar en obras
onder constructie
under construction
aplazar
verzetten
to postpone
el membrete
briefhoofd
letterhead; heading
la amenaza
dreigement
threat
peligroso
gevaarlijk
dangerous
el miedo
angst
fear
sospechar
vermoeden, verdenken
tramar
12. Formación y experiencia nacer
geboren
born
el pueblo
dorp
village
el condado
graafschap
county
la remuneración
belonging; salaris
compensation; salary
en espera de
in afwachting van
in anticipation
atentamente
hoogachtend
yours faithfully
el trato
omgang
treatment
las dotes de mando
leidinggevende capaciteiten
leadership
to suspect
el camino
weg
path
bekokstoven, beramen
to plot
ayer
gisteren
yesterday
el matrimonio
huwelijk
marriage
anteayer
eergisteren
the day before yesterday
además
bovendien
moreover, furthermore, besides
hace
sinds
since
enamorado de
verliefd op
in love with
pasado
verleden; vorige
past
desesperado
wanhopig, radeloos
desperate
seguido
opeenvolgend; ononderbroken
continuous
el sueño
droom
dream
temprano
vroeg
early
el querido
lieveling
dear
el caramelo
snoepje
sweet
el beso
kus
kiss
el palo
stok(je)
stick
secuestrar
ontvoeren
to kidnap
antes
eerst; eerder
before
el contestador
antwoordapparaat
answering machine
ahora
nu
now
la ida
heenreis
outward journey
el inmobiliario
onroerend goed
real estate
la vuelta
terugreis
return trip
abierto
open
open
cordialmente
hartelijke groeten
yours sincerely
culto
bestemming
destination
ontwikkeld; beschaafd
cultured
el destino
imprescindible
vereist
required
Tus Palabras
11
Tus palabras
© Uitgeverij Talenland, 2016